CEPA, El Centro de Ecología y Pueblos Andinos, werd opgericht in 1995 door Gilberto Pauwels en Christian Dutry. Zij wilden een antwoord bieden aan Oruro’s meest fundamentele problemen.
Dit concretiseerde zich enerzijds in een ecologische poot, die de vervuiling van de streek aankaartte. Inti Raymi had zich intussen reeds in de regio gevestigd en niemand praatte destijds over de ecologische impact die zo’n grootschalige mijnbouw met zich mee brengt. Het was een “nieuw” thema dat CEPA op de kaart plaatste.
De tweede poot focuste zich op het verdedigen van inheemse culturen. Een eerste inleefperiode en antropologisch onderzoek gebeurde bij de Aymara van Turco (1974-1983), een dorp dat tot de de vroegere Inca-provincie Carangas behoort en waar ook Uru-groepen deel van uitmaakten, zoals de Uru-Chipaya van de provincie Sajama en de Uru-Capillu van de provincie Sajama. Tijdens het onderzoek bleek toen reeds dat er in de inheemse dorpen een groeiend protest groeide tegen de dominante samenleving en een verlangen tot meer participatie.
Gilberto Pauwels, oprichter en hoofd van CEPA, eindigde zijn thesis antropologie destijds dan ook met de woorden “een reus is aan het wakker worden”. Dat bewustwordingproces verliep zo snel dat de huidige president van Bolivia, Evo Morales, een aymara is die van diezelfde Carangas-streek (afkomstig van het dorp Orinoca, aan de oevers van het Poopó- meer).
CEPA groeit en bloeit
Het mooie aan deze organisatie is net dit uitgangspunt, de combinatie van ecologie en antropologie, gebundeld in de gezamenlijke strijd van vele ‘indígenas’ tegen de toenemende vervuiling. Intussen is CEPA gegroeid tot een organisatie met 14 vaste werknemers en steeds extra mensen die er aan het werk zijn; coöperanten, stagairs, thesisstudenten en (inter)nationale vrijwilligers, die samen reeds een 70-tal publicaties uitbrachten. CEPA brengt voortdurend (controversiële) situaties en thema’s onder de aandacht een verleent heel wat informatie. Wekelijks brengen ze ‘chiwanku’s’ uit, waarin tal van artikels gepubliceerd worden die zowel op het internet verschijnen als in de stad verspreid worden. Daarnaast beschikt CEPA ook over een boekenwinkel en een bibliotheek met vrije toegang. Het wil in zijn werk niet de spilfiguur zijn, maar wel het duwtje in de rug. Dankzij de hulp en steun van CEPA hebben heel wat groepen de kans gekregen zich te ontwikkelen; CORIDUP, de vereniging van geaffecteerde comunidades die zich bundelen om samen sterk te staan tegen de mijngiganten die hun leefmilieu vervuilen, ECOMUJERES, die zich op basis van zelfontwikkeling inzetten op bewustwording en vorming, ECOJOVENES, waarbij patrouilles kinderen in basisscholen zich inzetten voor afvalbeleid en waarbij jongeren op CEPA gevormd worden tot ‘líderes ambientales’, zodat zij de boodschap kunnen doorgeven, en CIPS, ‘centro de investigaciones y políticas sociales’, een groep onderzoekers waarbij heel wat thesisstudenten aan de slag kunnen om onderzoek te doen omtrent deze thema’s.
Culturele herwaardering
CEPA is geen gesloten organisatie, maar probeert zoveel mogelijk personen en groepen met elkaar te verbinden, in hun gezamenlijke ecologische strijd. CORIDUP is op die manier ontstaan en groeide in tussentijd uit tot een belangrijke speler in het debat omtrent mijnbouwvervuiling. De vereniging bundelt alle getroffen comunidades die de dupe zijn van langdurige mijnbouwprojecten in de regio. Het bundelt de boeren die hun vee zien sterven na het drinken van vervuild mijnwater, die hun oogst achteruit zien gaan en hun gronden zien eroderen door de massale hoeveelheid water die de mijnconcessies consumeren, die hun waterputten zien uitdrogen, die hun dorpen zien ontvolken wegens de toenemende stadsvlucht; het bundelt de mensen die nu een stem en vertegenwoordiging vinden bij CORIDUP. De CORIDUP’s vertegenwoordigden worden geholpen bij hun culturele identiteitsversterking en bij de verdediging tegen de ziektes van de moderne samenleving (plasticconsumptie, gebruik van chemicaliën, vervuilende industrieën). Bovenal herinnert het de ‘comunarios’ eraan dat ze best trots mogen zijn op hun cultuur en op hun achtergrond, want lang heeft er onder hen slechts passief verzet bestaan en leefden velen met de idee dat alles wat van buitenaf komt sowieso goed is – het tegendeel heeft zich intussen bewezen. Vernieuwde culturele trots dient zich snel te ontwikkelen en wel met een duidelijke link naar natuurbehoud en –bescherming.
In Bolivia is er de laatste jaren een heuse zoektocht ontstaan naar een meer evenwichtigere samenleving, vooral met betrekking tot de oorspronkelijke bevolkingsgroepen, in economische, sociale en politieke zin. De rol van CEPA is in deze evolutie al heel belangrijk gebleken, gezien zij steeds aan de kant van deze ‘originarios’ staan. Zij hebben doorheen de jaren dan ook een sterke expertise opgebouwd in het samenwerken met de meest zwakke groepen in de samenleving, die geen aandacht van de overheid krijgen. Want hoewel Bolivië, sinds de grondwetswijziging van 2009, een ‘plurinationale staat’ geworden is, hebben de Uru’s nog steeds geen antwoord gekregen op hun problemen. Gelukkig heeft CEPA in dat opzicht voor een kleine revolutie gezorgd, want na jarenlange intensieve samenwerking, kunnen we zeggen dat de problemen van de Uru’s zichtbaar zijn geworden, zowel voor de samenleving als voor de regering, waar ze daarvoor onzichtbaar en totaal ongekend waren. Een hoogtepunt van wilskracht vond in maart dit jaar plaats, toen zo’n 300 Uru’s gedurende twee weken naar La Paz stapten om aandacht voor hun situatie te vragen. De Uru-natie is nu een van de 36 naties die door de plurinationale staat Bolivia erkend is. Ze hebben het recht een eigen volksvertegenwoordiger te kiezen en hebben een vertegenwoordiger in het bestuur van het departement Oruro. De grote uitdaging zal zijn om niet alleen participatie, maar ook politieke representatie af te dwingen op staatsniveau.
Het logo van CEPA:
U vindt alle info (in het Spaans) betreffende CEPA op hun website: http://cepaoruro.org/